Interview

De toegevoegde waarde van een robot voor je school

Robots in het onderwijs winnen steeds meer aan populariteit. Maar passen ze ook binnen de visie van je school op hoe het onderwijs moet worden gegeven? En wat is de toegevoegde waarde van een robot bij jou op school? Beantwoord deze vragen met behulp van het Vier in balans-model.

“Het werken met robot heeft een grote meerwaarde in de leeropbrengsten. Uit onderzoek blijkt dat er een hogere leeropbrengst van 50% is met een robot dan met oefensoftware. Dit heeft te maken met het feit dat er 'iemand' staat. Er gebeurt iets in de hersenen waardoor kinderen beter leren met de robot dan met een computer.” Aan het woord is Tamara Koopmans, leraar en ICT-coördinator op basisschool Sint Wulfram. Deze school zet de Nao-robot Tobor in alle klassen in.

Robot helpt bij 21e eeuwse vaardigheden 

“Het samen programmeren draagt niet alleen bij aan het aanleren van digitale vaardigheden, maar ook aan de ‘zachte kanten’ van de cirkel van de 21e eeuwse vaardigheden. Zo oefenen leerlingen communiceren, kritisch denken en zelfreflectie.”

Robot in de klas: Vier in balans-model

Als je net als basisschool Sint Wulfram met robots in de klas aan de slag wilt, is het belangrijk om erover na te denken waarom je dat precies wilt. Je kunt niet zomaar een robot aanschaffen zonder eerst na te denken hoe deze bijdraagt aan het onderwijs op jouw school. De kapstok daarbij kan het Vier in balans-model van Kennisnet zijn. Dit model beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ICT, en dus ook robots in het onderwijs, goed te kunnen gebruiken: visie, deskundigheid, infrastructuur en toepassing.

Vragen over de inzet van robots in de klas

Als het gaat om robots in de klas kun je jezelf vragen stellen als:

  • Op welke manier willen we de robot inzetten? Dat kan bijvoorbeeld zijn voor het leren van programmeren, als onderwijsassistent in de klas of voor het vergroten van de digitale geletterdheid van leerlingen.

  • Hoe verhoudt de robot zich tot het bredere plaatje van de opvattingen binnen de school over onderwijs, binnen de pedagogiek en de didactiek?

  • Welk probleem gaat de robot oplossen? Waaraan levert de robot een bijdrage? In welke behoefte voorziet de robot? Dat kan bijvoorbeeld het zorgen voor een betere vakinhoud zijn.

  • Wat hebben we nodig aan deskundigheid om met de robot te kunnen werken? Daarbij kun je denken aan een handleiding over hoe de robot werkt, maar ook aan tips om lessen te maken, of aan goede voorbeelden van andere gebruikers.

  • Welke vaardigheden moeten de kinderen hebben om te kunnen werken met de robot?

  • Voor welke vakken kunnen we de robot inzetten? En hoe kan hij didactische werkvormen overnemen of aanvullen?

  • Wat moet er op het gebied van de infrastructuur geregeld zijn om de robot goed te laten werken in de klas? Is de wifi-verbinding bijvoorbeeld op orde?

Toepassing van robots in het onderwijs

Om te achterhalen wat een robot kan betekenen voor Sint Wulfram, besprak de kerngroep rond deze versnellingsvraag deze vragen tijdens een sessie. Er werd onder andere ingegaan op de toepassing van robots in het onderwijs. Die toepassingen variëren van het maken van foto’s of filmpjes met de robot tot het leren programmeren. De robot fungeert daarbij niet alleen als assistent van de leraar, maar ook van de leerling; zo kunnen kinderen een presentatie of boekbespreking samen met een robot geven.

Wensen voor de toekomst

Scholen die gebruik maken van robots in de klas, of zich daarop oriënteren, hebben nog flink wat wensen voor de toekomst. Zo zijn de mogelijkheden van robots op dit moment nog vrij beperkt. Een robot kan zich niet aanpassen aan de dynamiek in een klas. Scholen verlangen van leveranciers dat zij duidelijk aangeven wat robots wel en niet kunnen. Verder is belangrijk dat leveranciers in beeld kunnen brengen wat een robot een school kan opleveren: wat maakt hem meer dan alleen maar ‘leuk’? Verder is er behoefte aan goede voorbeelden van (onderwijs)instellingen die al gebruikmaken van een robot.