Interview

Hoe krijg je zicht op merkbare kwaliteit?

Kwaliteit van onderwijs is niet alleen te bepalen aan de hand van toetsscores. Het onderwijs heeft een bredere opdracht dan het aanleren van basisvaardigheden. Naast ‘meetbare’ kwaliteit willen steeds meer besturen ook zicht krijgen op ‘merkbare’ kwaliteit. Ook in internationale studies worden zaken gemeten als sociaal-emotionele ontwikkeling, het schoolklimaat en het welbevinden van scholieren.

Meten doe je niet alleen met scores

De opdracht van het onderwijs is breed. Die gaat over kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. En er moet ook nog eens een goede balans zijn tussen die drie domeinen, vinden de schoolleiders en leraren die betrokken zijn bij het opstellen van de nieuwe kerndoelen van curriculum.nu. De Onderwijsraad stelde al in 2016 vast* dat kwaliteit in brede zin ontstaat in de onderwijsprocessen en zich ontvouwt in de onderwijspraktijk tussen leerkracht en leerling. Dat klinkt heel mooi – maar hoe maak je dat inzichtelijk? Daarvoor heb je passende instrumenten nodig. En de brede onderwijskwaliteit moet een plek krijgen in het schoolplan. De school legt hierover verantwoording af in dialoog met ouders en andere belanghebbenden, en de inspectie kan toezicht houden op zaken als cyclisch werken, zelfevaluatie en het gebruik van tevredenheidsonderzoeken en peer reviews.

Sociaal-emotionele vaardigheden

Ook op internationaal niveau wordt nagedacht over brede onderwijskwaliteit. Het Programme for International Student Assessment PISA, dat iedere drie jaar onder meer de taal­ en rekenvaardigheden van 15­-jarigen in de OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) onderzoekt, voert ook onderzoek uit naar het welbevinden van jongeren. In deel III van het PISA-onderzoek van 2018 ‘What School Life Means For Students’ Lives’ meet PISA de tevredenheid van scholieren over het schoolklimaat en de manier van lesgeven door leraren, de ervaringen met pesten en ander wangedrag door scholieren, het gevoel van welbevinden en zelfvertrouwen en ouderparticipatie.

"Zaken als schoolklimaat, het gedrag van leraren en het welbevinden van jongeren hebben invloed op de cognitieve prestaties", zegt Eva Feron. "Daarom brengt PISA die aspecten in kaart." Feron is analist van de studie naar sociaal-emotionele vaardigheden van de OESO. "Grootschalige surveys zoals PISA meten vaardigheden van leerlingen en volwassenen met name op cognitief gebied. De Study on Emotionals Skills meet daarentegen sociaal-emotionele vaardigheden van leerlingen. Sociaalemotionele vaardigheden zijn belangrijk voor academische vaardigheden en voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Het hebben van goede sociaal-emotionele vaardigheden maakt het bijvoorbeeld makkelijker om een succesvol sollicitatiegesprek te voeren. Daarnaast helpen zulke vaardigheden leerlingen op school: ze kunnen zich beter aanpassen aan het schoolklimaat en behalen daardoor betere resultaten. Later vertaalt dit zich in betere baankansen, gezondheid en algemeen welbevinden."

Vragenlijsten

Het onderzoek bestaat uit vragenlijsten waarop leerlingen hun eigenschappen als nieuwsgierigheid, prikkelbaarheid, gedrevenheid enzovoort kunnen aangeven en vragenlijsten waarmee ouders en leraren de leerling op die eigenschappen en gedragingen beoordelen. "De studie meet welke contextuele factoren zoals schoolklimaat en relaties met ouders en leraren gerelateerd zijn aan sociaal-emotionele vaardigheden en hoe sociaal-emotionele vaardigheden gerelateerd zijn aan uitkomsten als onderwijsresultaten, gezondheid en welbevinden van leerlingen", zegt Feron. "Het is bewezen dat sociaal-emotionele vaardigheden ontwikkelbaar zijn, ook na je kindertijd. Het schoolklimaat en leraargedrag zijn door scholen en besturen te beïnvloeden. Dus er valt veel te winnen." Het onderzoek naar sociaal­emotionele vaardigheden wordt gedurende drie jaar uitgevoerd in tien verschillende steden en regio’s over de hele wereld. In Europa doen Helsinki, Sintra in Portugal en Istanbul mee. De resultaten worden gepubliceerd in de loop van 2020.

Subjectificatie

Een van de Nederlandse denkers over brede onderwijskwaliteit en de maatschappelijke opdracht van het onderwijs is hoogleraar en onderwijspedagoog Gert Biesta, tussen 2015 en 2019 verbonden aan de Onderwijsraad. Kwaliteitszorgspecialist Monique Roders, eerder werkzaam als inspecteur primair onderwijs, leidt voor de PO-Raad een leerkring over zijn ideeën en de uitwerking in kwaliteitszorg en verantwoording. "Biesta zoekt het midden tussen meten en andere vormen van zicht krijgen op kwaliteit", zegt Roders. "Wat de Onderwijsraad “persoonsvorming” noemt, noemt Biesta liever “subjectificatie”. Het gaat erom kinderen te leren vrij, verantwoordelijk en volwassen te handelen. Dat doet de school door een oefenplaats te zijn, door frustrerende situaties te organiseren waarin kinderen een oplossing moeten zoeken. Maar ook socialisatie is een opdracht; kinderen moeten leren hun weg te vinden in de maatschappij zoals we die samen vormgeven. En dan komt de vraag naar voren wat voor maatschappij we voor ogen hebben. De gedachtenvorming van Biesta spreekt veel mensen aan."

Meten blijft belangrijk

Naast – meestal talige en schriftelijke – toetsen zijn er ook andere manieren om in beeld te brengen welke ontwikkelingen leerlingen doormaken of wat hun capaciteiten zijn. Die andere vormen zijn onder meer te vinden in het mbo. Roders: "Hier doen studenten na vier jaar een meesterproef. Met observatielijsten brengen de beoordelaars de kennis, competenties en attitude van de student in kaart. Ook de moeilijk meetbare taalvaardigheden, zoals gesprekken voeren, worden zo in een functionele situatie getoetst." Een andere manier om groei te laten zien is door leerlingen te laten stoeien met een wicked problem, een probleem waaraan zoveel verschillende kanten zitten dat het lastig grijpbaar is. "Bijvoorbeeld een skatebaan aanleggen vlakbij een verzorgingshuis. Leerlingen moeten zich daar een mening over vormen. Ze moeten die mening ontdekken en kunnen overbrengen op andere mensen. In het gedrag en de houding van de leerling zijn fases te onderscheiden, die kun je meten."

Daarnaast zullen toetsen nodig blijven. Roders: "Je wilt niet dat kinderen de maatschappij betreden met onvoldoende taal- en rekenvaardigheid. De referentieniveaus blijven belangrijk."De kwaliteit van het onderwijs van een school kan aanvullend worden “gemeten” door in gesprek te gaan met leerlingen en ouders. "Je kunt feedback vragen aan leerlingen. Die kunnen bijvoorbeeld heel goed aangeven of de leraar genoeg aandacht geeft aan leerlingen die moeilijk kunnen meekomen", zegt Roders. "In gesprekken met ouders kun je veel informatie achterhalen over de gang van zaken op school, dat kan ook met tevredenheidsonderzoeken." Meten is belangrijk, zowel van basisvaardigheden als van zaken als schoolklimaat en welbevinden. ‘We moeten ons wel blijven afvragen wat we precies willen meten", zegt Roders. "Biesta zegt: “Meten we wat we waardevol vinden of meten we wat we makkelijk kunnen meten?” Het is goed om daarover na te denken."

Dit artikel is eerder gepubliceerd in de podium special van februari 2020. 

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten