Interview

ICT-coördinator Ruud Boland: ’Leren met ICT is leuk, máár…’

Tijdens de ‘Wanita-middagen’ op de Prinses Ireneschool staan ‘verwondering’ en aandacht voor kunst, cultuur en creativiteit centraal. Ook de ontwikkeling van digitale geletterdheid komt regelmatig aan bod. Zoals vandaag, 11 december 2018. ICT-coördinator Ruud Boland geeft een rondleiding. 

Meer over de Wanita-middagen

Tijdens de ‘Wanita-middagen’ kunnen kinderen meedoen aan steeds wisselende ‘ateliers’: van klussen, breien, schaken of hand lettering tot aan koekjes bakken, toneel, muziek, voetbal, techniek en programmeren. Soms wordt ook de hulp van begeleiders of specialisten van buiten ingeroepen. De kinderen krijgen van tevoren een lijst met opties en geven zelf aan waar ze aan mee willen doen. De middagen worden zo’n tien keer per jaar georganiseerd en elk atelier bestaat uit twee sessies. ICT-coördinator Ruud Boland: “Met twee middagen is er meer tijd voor uitleg en verdieping.”

Stop-motion video’s maken

Op de bovenverdieping van de school begeleidt een pabo-stagiaire het atelier ‘Stop-motion video’s maken’. Er wordt in duo’s gewerkt. Verschillende groepjes leerlingen zijn met een iPad en andere, niet-digitale materialen, bezig om een video te maken. ICT-coördinator Ruud Boland: “We gebruiken hier een kant-en-klare app voor, iMotion of Stop Motion Studio. Voor de kinderen is het dan heel eenvoudig om een stop-motion filmpje te maken. Een goed of grappig verhaal voor de video bedenken, daarin zit voor hen met name de uitdaging. De iPad en de app zijn slechts de middelen.”

Het atelier ‘Stop-motion video’s maken’ is bedoeld voor leerlingen vanaf groep 6 en vandaag is de tweede en laatste middag van het Wanita-atelier. Levi (12) en Jesper (11) zitten beiden in groep 8 en zijn aandachtig bezig met het maken van een video over een dinosaurus. Terwijl Levi een voorwerp vasthoudt en beweegt, legt Jesper de beelden vast met de iPad. Levi: “Je kunt met de app direct zien of de beelden goed gelukt zijn.”

Beide leerlingen spreken enthousiast over de Wanita-middagen. Levi: “Omdat je ook met kinderen uit andere groepen in een atelier zit, ken je veel meer kinderen op school dan alleen die uit je eigen klas.” Een keer per jaar krijgen leerlingen uit de bovenbouw zelfs de mogelijkheid om zélf een Wanita-atelier te geven. Jesper: “We mogen dan een onderwerp kiezen en de jongere kinderen begeleiden. Zo heb ik een atelier ‘Lava-lamp maken’ gegeven.” Levi: “Ik heb een keer een tekenatelier en een voetbalatelier mogen geven. Dat was erg leuk.”


ICT-onderwijs te veel ‘materiaalgestuurd’

Op de gang van de bovenverdieping zijn twee leerlingen een Droid, een robot uit de serie StarWars, in elkaar aan het zetten. Ruud: “Dit is eigenlijk een combinatie van ICT en techniek. Kinderen leren de robot op te bouwen en daarna te programmeren, zodat de robot uiteindelijk een reeks van geautomatiseerde handelingen kan uitvoeren.” De leerlingen laten de robot succesvol door de gang bewegen.

Aan de hand van dit voorbeeld (de Droid), geeft de ICT-coördinator aan dat het huidige ICT-onderwijs volgens hem te veel ‘materiaalgestuurd’ is. Ruud: “ICT in het onderwijs staat nog in de kinderschoenen. Eigenlijk moeten we onszelf eerst afvragen wat leerlingen moeten leren. Vervolgens moeten de lesmaterialen ontwikkeld worden, zodat we deze als school bewust kunnen kiezen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Er is al een grote hoeveelheid aan ICT-gerelateerde materialen beschikbaar zonder dat bepaald is wat kinderen moeten weten of kunnen en hoe het past in het curriculum.”

Programmeren

In de laatste klas, aan het einde van de gang, is het Wanita-atelier ‘Programmeren’ aan de gang. Meester Willem van groep 8 geeft dit atelier; hij is namelijk zelf ook erg geïnteresseerd in programmeren en ICT. Willem: “We maken nu gebruik van het online programma Scratch en de leerlingen zijn bezig met het ontwerpen van een game. Het aanbod van online programma’s is enorm. Je hebt ook bijvoorbeeld Code.org, Bomberbot of Blink.” Ruud: “Ik weet dat Blink een leuke les aanbiedt waarin leerlingen hun eigen digibord kunnen hacken. Dat spreekt sommige kinderen natuurlijk aan!”

“Willem geeft dit soort lessen wel eens vaker, maar dan aan zijn eigen groep acht”, vertelt Ruud. “Nu is nog erg afhankelijk van de leraar zelf hoeveel tijd er doordeweeks besteed wordt aan ICT-gerelateerde vaardigheden.” Ruud twijfelt of dit onderwijs onderdeel moet worden van het reguliere lesprogramma: “Tot nu is dit voor ons ook niet duidelijk. De ICT-vaardigheden zijn nog niet opgenomen in het curriculum. Daarom hebben we deze vaardigheden binnen de ateliers van de Wanita-middagen opgenomen.”

Curriculum

Wat vindt hij van een curriculum waarin digitale geletterdheid wel een plek heeft? “Als het een plek krijgt in het curriculum, dan schept dat duidelijkheid. Wat dan uiteraard ook helder moet worden, is wat er dan uit het curriculum verdwijnt, omdat veel scholen worstelen met de lestijd op het rooster voor de verschillende vakken/leerdoelen. Veel scholen doen er al van alles bij en er is elke week wel een ‘deskundige’ op TV die zegt dat er een rol voor het onderwijs is weggelegd bij de opvoeding ten aanzien van een bepaald maatschappelijk probleem, zoals obesitas, vuurwerk, genderdiscriminatie, faalangst of kinderarmoede. Waar zit er ruimte? Of moeten er keuzes gemaakt worden?” 

Spanningsveld

Hoe gaat de Prinses Ireneschool om met het spanningsveld tussen ‘leren met ICT’ en ‘de tijd die het kost’? In de praktijk ziet Ruud drie hobbels. “Leraren die een achterstand hebben in ICT-vaardigheden, vinden het nog wel eens lastig om aan de slag te gaan met ICT-programma’s of educatieve software. Het kost hen tijd en de programma’s werken niet altijd direct vlekkeloos, ondanks de toegenomen gebruikersvriendelijkheid. Bij de invoering van software licenties zouden we meer tijd moeten uittrekken voor studie of het leren van elkaar.”

Een ander punt is het gebrek aan kant en klaar materiaal.  Ruud: “Als je kinderen iets wil leren over bijvoorbeeld handig zoeken op het internet, dan is er online best iets te vinden. Maar dan moet je er nog een passende les van maken voor jouw groep, misschien een instructieblad of filmpje. Dat is tijdrovend en er is een grote kans dat het materiaal snel verouderd is. Er zou een up-to-date, panklaar curriculum beschikbaar moeten zijn voor dit soort vaardigheden.”

Ten derde vraagt Ruud zich af hoe pabo’s hun studenten voorbereiden op de ICT-mogelijkheden binnen het basisonderwijs en wat er speelt op dat gebied. “Ik vind dat een stagiair op de hoogte moet zijn van het bestaan van gepersonaliseerd leren met ICT, de meest gangbare pakketten van uitgevers, Basispoort en iPad-apps. Ik kom studenten tegen die hier weinig van weten. Dan begin je al met een achterstand als je op een school gaat werken.” 

Minder weerstand tegen integreren ICT

Ruud: “Leren met ICT is leuk, maar het kost de leraar ook veel tijd en energie. Kinderen hebben namelijk sturing en feedback nodig, óók wanneer ze bijvoorbeeld leren hoe ze een goede PowerPointpresentatie moeten maken. Je denkt misschien dat kinderen van deze tijd dat allemaal kunnen, maar er zijn ook genoeg leerlingen die het niet constructief oppakken. Of juist extra uitdaging nodig hebben bij het maken van zo’n presentatie.”

De ICT-coördinator vindt een bepaalde opbouw van ICT-vaardigheden gedurende de hele basisschooltijd gewenst. “In de kleuterklas begin je bijvoorbeeld met de Bee-Bot en zo vul je dit structureel voor iedere groep aan met nieuwe vaardigheden.” En daarin ziet hij wel mogelijkheden. “Ik merk dat er steeds minder weerstand is om ICT binnen het onderwijs te integreren. Vooral jongere leraren gaan er gemakkelijk mee aan de slag.” 

Wanita-onderwijs

Wanita-onderwijs is het resultaat van een prijsvraag ‘Ontwerp de school van de toekomst’ uit 2000. De Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) en de Prinses Ireneschool keken door de ogen van het fictieve meisje Wanita vanuit het jaar 2014 terug op haar primair onderwijs. Ze wonnen met deze inzending de hoofdprijs. De basis van het Wanitaonderwijs is ‘verwondering’. Kinderen worden gestimuleerd om op zoek te gaan naar wat hen raakt. Schoolleider Netty Breedveld: “Wij willen iets oproepen; het vuurtje aanwakkeren.”
 

Onze professionals staan voor je klaar

Stel je vraag of zoek een opleiding

Contact met de Juridische Helpdesk

Heb je een juridisch vraag? Als lid van de PO-Raad kun je via de pagina van de Juridische helpdesk je vraag stellen op Mijn PO-Raad (na het inloggen in het ledenportaal).

Voor dringende vragen bel met 030 - 31 00 933. We zijn bereikbaar op werkdagen tussen 09.00 – 12.00 uur.

Helpdesk 2 mensen praten