Expertise

'Technologie kan de leraar niet vervangen'

Op het PO-Raad-congres gaat Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, in op de grenzen van de schijnbaar onbeperkte kansen van technologische ontwikkelingen. Digitale leermiddelen en leerlingvolgsystemen bieden mogelijkheden, maar die mogelijkheden hebben ook gevolgen.

5G komt eraan, een nog sneller internet waarmee je realtime advertenties kunt krijgen terwijl je door een winkelstraat loopt. Wat voor wereld wordt dit? Het Rathenaut Instituut doet onderzoek naar de impact van technologie op ons leven. Gadgets als de zorgrobot, zelfrijdende auto’s en VR-brillen verzamelen niet alleen data maar combineren deze ook. En daar komen algoritmes aan te pas. Directeur Melanie Peters: "Het is leuk als je op basis van een internetbestelling een voorstel krijgt voor een soortgelijk product, maar de achterliggende gedachte achter veel algoritmes kennen we niet en dat baart me zorgen. Hoe wordt er berekend wie jij bent? Hoe wordt bepaald dat ik een bepaalde uitkering of vergunning niet krijg?" 

Algoritmes zijn al ingebouwd in veel beslissingen. Peters waarschuwt dat de mensenrechten in het geding zijn. "Technologie verzamelt data; je weet niet welke data er over jou bekend zijn. Hoe verhoudt dat zich tot het recht op privacy?"

Er moet ruimte blijven bestaan om te experimenteren, om fouten te maken.

‘Leerlingachtervolgsysteem’

Naast het recht op privacy, autonomie en ontwikkelingsmogelijkheden wil het Rathenau Instituut twee extra mensenrechten toevoegen. Allereerst het recht op menselijk contact. Peters: "Sommige organisaties komen terug op hun streven om mensen alleen nog maar digitaal te woord te staan, zoals het UWV. Voor een groep uitkeringsgerechtigden was het te moeilijk om alle formulieren online in te vullen. Tegenwoordig kunnen mensen gelukkig ook weer terecht aan de balie."

Peters legt ook een tweede extra mensenrecht aan de deelnemers aan de Masterclass voor: het recht om níet gemonitord te worden. "Er moet ruimte blijven bestaan om te experimenteren, om fouten te maken."  Anouk Folstar van de PO-Raad vraagt vanaf welke leeftijd je dat recht zou moeten hebben. "In de kinderopvang hangen webcams zodat ouders kunnen zien hoe leuk hun kind speelt en in het voortgezet onderwijs kunnen ouders de cijfers van hun kind raadplegen in Magister." Het is wel duidelijk dat dit niet alleen de verhouding verandert tussen ouder en kind, maar ook de verhouding tussen ouder en school. De vraag is of dit een gewenste ontwikkeling is. Een deelnemer noemt het leerlingvolgsysteem gekscherend het ‘leerlingachtervolgsysteem’.

Waarden in het onderwijs

Peters raadt leerkrachten aan om niet zomaar elk technologisch middel te omarmen. "Denk altijd zelf na over de waarden. Wat is onderwijs, wat is daar belangrijk aan en hoe richten we dat in? Waarom hebben we docenten, wat is er belangrijk aan hun professionaliteit? Als je die hoofdvraag beantwoordt, dan weet je wat je kunt uitbesteden aan digitale middelen."

Voor leerlingen zelf zijn digitale vaardigheden van belang, zodat ze straks mee kunnen doen in een samenleving die steeds digitaler wordt. Peters: "Op school zouden leerlingen klaargestoomd moeten worden voor technologisch burgerschap. Dat betekent dat je als burger je voordeel kunt doen met technologie, dat je weerbaar bent en dat je over technologie kunt meedenken – en dat dus niet enkel overlaat aan politici en grote techbedrijven zoals Google en Amazon."  

Technologie als middel

De deelnemers gaan in groepjes uiteen om de volgende vragen te beantwoorden: welke waarden zijn van invloed op mijn werk in het onderwijs? Welke spelers zijn er? Welke technologieën zijn er en hoe veranderen die de relatie tussen deze spelers? Een groepje is het er snel over eens: technologie is een middel, geen doel. "Als een ziek kind vanuit het ziekenhuis toch kan deelnemen aan een les via de laptop, dan is dat positief. En in dunbevolkte gebieden kan technologie fysieke afstanden overbruggen." 

Maar de deelnemers zijn zich ook bewust van de beperkingen van technologie. "Onderwijs wordt armoedig als leerlingen alleen maar sommetjes maken op de tablet. Bij rekenen gaat het ook om het aanleren van een manier van denken en daarbij is de leerkracht waardevol."Hoe jonger het kind, hoe groter het belang van contact met andere mensen, concluderen de deelnemers. "Een kind heeft menselijke voorbeelden nodig; techniek kan een kind geen aandacht geven. Om mens te worden heb je andere mensen nodig."
 

Zelf in gesprek over onderwijswaarden en technologie?

Nadenken over de mogelijkheden en gevolgen van ICT is dus van belang. Als je dit gesprek voert vanuit jouw (onderwijs)waarden blijf je trouw aan jezelf en weet je waar technologie kan bijdragen en waar niet. Inspiratie of hulp nodig? Lees over de ervaringen van Vrije school de Widar. Deze school ging het gesprek aan, wat resulteerde in een gedragen visie op ICT en een leerlijn digitale geletterdheid. Of gebruik het sturingsmodel Waardevol Digitaliseren van Kennisnet. Dit model laat zien hoe het onderwijs met ethiek vanuit waarden de toepassing van digitale technologie kan sturen.