Werken aan bewustwording
Veel digitale content is ontoegankelijk voor mensen met een visuele beperking. Dat wreekt zich steeds meer in het onderwijs. We spraken hierover met Marcel Janssen. Hij is directeur onderwijs van Koninklijke Visio, het expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen. "Ik vind het een enorme uitdaging om blinde leerlingen nog regulier te laten slagen voor een vak als wiskunde."
Ieder kind moet dezelfde kansen krijgen. Op school én straks op de arbeidsmarkt. Of ze nu een visuele beperking hebben of niet. Dat is vastgelegd in de rechten voor de mens en verschillende Europese verdragen. “Wij willen dan ook dat blinde en slechtziende kinderen hun diploma kunnen halen op hetzelfde niveau als in het regulier onderwijs.”
Passend onderwijs
Nederland telt circa 3.000 kinderen en jongeren met een visuele beperking (tussen 3 jaar en 20 jaar). Daarvan neemt ruim 75 procent deel aan een gewone, thuisnabije onderwijsvorm. Dat betekent dat veel basisschoolleerlingen met een visuele beperking naar een reguliere basisschool gaan. En elke school gebruikt eigen lesmethodes. “Je wilt deze kinderen zo passend mogelijk onderwijs bieden. Op elke school in Nederland. Maar dat is helaas steeds moeilijker om te realiseren. Digitaal lesmateriaal, op websites zoeken naar informatie voor een spreekbeurt, oefensoftware gebruiken: allemaal niet vanzelfsprekend voor deze doelgroep.”
Waar vroeger leerkrachten vaak uitsluitend de standaard lesmethodes volgden – door Dedicon omgezet in braille – is de input voor de lessen nu breder. De content komt overal vandaan. Van YouTube tot educatieve websites. Met name bij exacte vakken levert dat problemen op: al het extra grafisch materiaal is niet een op een over te zetten naar gesproken tekst of braille. “En neem adaptieve toetsen, zoals de verplichte rekentoets in het voortgezet onderwijs. Juist die adaptiviteit maakt de toegankelijkheid steeds complexer. Wij willen dat onze leerlingen zo’n toets kunnen maken op dezelfde manier als klasgenootjes. Je kunt toch niet tegen zo’n kind zeggen: ‘maar deze toets is niet geschikt voor jou, die hoef jij niet te maken’. Wat voor boodschap geef je dan af? Zeg je dan eigenlijk niet: ‘het maakt voor jou niet uit, want later krijg jij toch geen baan’.”
Bewustwording
Koninklijke Visio diende, samen met collega-instelling Bartiméus, daarom een versnellingsvraag in. “Met de versnellingsvraag willen we aan bewustwording werken op alle fronten en gezamenlijk kijken waar de mogelijke oplossingen liggen. Uitgevers, producenten, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Koninklijke Bibliotheek (KB), de Oogvereniging en Vereniging Onbeperkt Lezen: ze schuiven allemaal aan bij de ronde-tafel-gesprekken. Ook Accessibility - die toezien op toegankelijkheid van methoden en de webrichtlijnen - en Dedicon zijn aangehaakt. Daarbij is het fijn dat we gebruik kunnen maken van de expertise van Kennisnet. Ook helpt het dat de PO-Raad erachter staat. Kijk, het aantal leerlingen met een visuele beperking is relatief klein. Dat maakt toegankelijkheid commercieel niet aantrekkelijk. Dus moeten we er zelf hard voor knokken. Onze boodschap? Laten we met elkaar ervoor zorgen dat content toegankelijk is en blijft.”
De nieuwe technieken zijn ook kansrijk, merkt Janssen. Van VR tot 3D-geluid. Zo ontwikkelt Koninklijke Visio op dit moment een methode om wiskundige grafieken om te zetten in muzikale tonen. “We zetten bijvoorbeeld een dalparabool om in pianotonen. De leerling hoort dan dat hij te maken heeft met een dalparabool en kan zich zo een voorstelling maken van wat bedoeld wordt.” Kortom: ICT biedt kansen voor blinde en slechtziende kinderen. “Maar tegelijkertijd geldt dat ontwikkelingen zo snel gaan. Krijgen we tijd en mogelijkheden genoeg om het voor deze doelgroep allemaal te blijven aanpassen?”