Antroposofische pedagogen staan bekend om hun kritische houding over technologie. En ouders sturen hun kinderen naar een vrijeschool met de gedachte dat ze daar minder overspoeld worden door devices en media dan elders. Waarom en hoe past technologie dan toch goed bij vrijescholen?
Vrijescholen zijn meestal terughoudend met technologie en dat heeft zijn oorsprong in het gedachtengoed van Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie. Volgens hem wordt de mens steeds materialistischer en raakt via technologie de connectie met zijn eigen geest en de natuur steeds meer kwijt.
Hoewel hij al bijna honderd jaar geleden overleed, lijkt hij tegenwoordig geen ongelijk te hebben. Fysiek hebben we steeds meer last van overgewicht en rug- en nekklachten door het zittende leven, verstoorde slaap door het blauwe licht van beeldschermen en kinderen spelen minder buiten vanwege de spelcomputers. Volgens de antroposofie kan technologie een negatieve invloed hebben op ‘de ziel’ en ‘het ik’, door onder meer verslaving, vereenzaming en apathie.
Spirituele lafheid
Toch bedoelde Steiner daarmee niet dat we opgroeiende kinderen volledig moeten afschermen van technologie, integendeel: “Ten eerste leren we als mensheid heel veel over onszelf door zo op intellect en ‘computer-denken’ gericht te zijn,” stelt Freek Zwanenberg in zijn publicatie Vrijeschoolse Mediapedagogiek. Hij is expert mediaopvoeding en mediawijsheid bij Bureau Jeugd en Media en zelf ook oud-vrijeschoolleerling.
“Ten tweede was het volgens Steiner precies de bedoeling van deze tijd om onszelf juist in contact met al deze moderne invloeden geestelijk weerbaar en krachtig te maken.” Steiner noemt het in een lezing uit 1914 zelfs ‘spirituele lafheid’ om je als mens geheel af te snijden van het moderne bestaan, inclusief technologie.
Overgeleverd aan technologie
Ook Nadia Demaret, schoolleider van basisschool Widar in Delft, waarschuwt voor teveel weerstand tegen technologie in een interview met Kennisnet: “Je gaat technologie beter begrijpen, als je het niet alleen passief gebruikt maar ook actief creëert.” Volgens haar blijft het anders vooral bij consumeren van technologie en andersom ook, dat technologie de leerling ‘consumeert’. De vrijeschool probeert zich altijd te verhouden tot maatschappelijke ontwikkelingen en daar hoort technologie gewoon bij volgens Demaret.
Door digitale media buiten de school te houden, kun je de schadelijke invloed ervan verminderen. Alleen zullen leerlingen buiten de school toch wel gebruik maken van media, stelt Zwanenberg. En dan zullen ze zonder begeleiding van school dit minder goed leren inzetten en er meer aan overgeleverd zijn. Nee, voor Steiner zou een vrijeschool juist bij uitstek de plek zijn waar kinderen verantwoord en constructief leren omgaan met technologie.
Leren over technologie in een veilige omgeving
Zwanenberg definieert de vrijeschoolse mediapedagogiek hierbij als volgt: “Leren de media en technologie bewust in te zetten als gereedschap en instrumenten voor eigen ontwikkeling en welzijn, en dat van anderen.”
En hoe je dat leert is volgens Demaret vooral samen: “Door hier met elkaar over te praten en door het vooral zelf te doen, door fouten te mogen maken en daar - in een veilige omgeving - van te leren.” Daarbij ziet zij devices vooral als een middel en niet als een doel op zich. En soms zijn apparaten niet eens nodig om iets over technologie te leren. “Liever laten we de kinderen eerst de principes erachter ontdekken.”
Hoewel op veel scholen steeds meer analoge werkwijzen volledig vervangen worden door digitale, zoals het krijtbord door het digibord, is dat volgens Demaret ook weer niet de bedoeling. “Beide hebben hun eigen kwaliteiten. Zo kun je met een krijtbord leerlingen laten ontdekken dat bij het maken van een bordtekening niet alles in één keer perfect kan zijn. Gaat het bij de leraar een keer mis en er moet worden geveegd, dan ervaren leerlingen dat proces. Dat is belangrijker dan het eindresultaat.” Volgens haar is de oplossing vooral balans hiertussen zoeken en je daarbij altijd op pedagogische principes te baseren.
Graag meer weten?